Griezelig eng

Griezelen is voor sommige kinderen een lolletje. In mijn praktijk komen kinderen die minder makkelijk met griezelfiguren op televisie of de computer om kunnen gaan. Zij slapen er slecht van, dromen enge dingen of durven minder makkelijk zonder moeder op pad.

Marieke van zes jaar heeft bij een vriendinnetje samen met haar oudere zus naar een spannende kinderfilm over heksen gekeken. Het vriendinnetje vond het een leuke film. Marieke durfde niet te zeggen dat ze het spannend vond. In haar ogen was het heel echt wat ze zag. Nu denkt ze steeds mensen op de fiets te zien die eng naar haar kijken of zelfs in heksen veranderen zoals in de film. Ze wil na school niet meer bij andere kinderen afspreken. Of haar moeder moet mee. In de kindertherapie wil ze het overal over hebben, behalve over dit onderwerp, omdat ze bang is dat het daardoor erger wordt.

Denken dat het beter is het er niet meer over te hebben is begrijpelijk, maar werkt alleen met betrekking tot het rationele bewustzijn. In het onderbewustzijn speelt het irrationele nog een rol en jaagt de angst verder aan. Marieke heeft het spelen bij een ander gekoppeld aan het angstige gevoel dat ze kreeg tijdens het kijken naar de heksenfilm. Dit had thuis ook kunnen gebeuren. Thuis is haar moeder er die haar een veilig gevoel geeft. Marieke kruipt als het ware terug onder moeders vleugels omdat het daarbuiten te onveilig lijkt.

De scheidingslijn tussen fantasie en werkelijkheid (het irrationele en het rationele) is voor kinderen tot grofweg een jaar of zes flinterdun. Het naadloos overgaan van fantasie en werkelijkheid wordt ook wel het ‘magisch kind denken’ genoemd. Marieke zit in een overgangsfase. Zij is meer en meer in staat om het verschil tussen fantasie en werkelijkheid te bevatten. Een aantal sessies lang werd het heksenonderwerp gemeden. Ondertussen ontstond er een sfeer van veiligheid en vertrouwen. En op een goed moment kon de angst bespreekbaar worden gemaakt.

In de film is een vrouw te zien die in een mum van tijd verandert in een enge heks. De filmmakers hebben daar animatietechnieken voor gebruikt. Marieke heeft hier, net als alle andere jonge kinderen, geen weet van en ziet een vrouw in een heks veranderen. Zij neemt wat ze ziet voor waar aan. De filmmakers zijn geslaagd in het creëren van een illusie. Ik laat Marieke aan de hand van een pruik, bril en gespeelde enge gelaatsuitdrukkingen, ervaren hoe snel iets er voor het oog anders uitziet. Zij weet dat ik het ben en toch ziet ze een eng type.

Ook tekenen we de heks in vijf stappen terug tot een gewone vrouw. We vouwen het blaadje zo dat de gewone vrouw en de heks naast elkaar staan. “In die film hebben ze de stukjes van het verkleden eruit geknipt”, leg ik haar uit. Daar waar het kind bang voor is, kun je ontkrachten door het terug te brengen tot wat het werkelijk is: een goed verklede vrouw of een knap gemaakte pop. Vervolgens is er ruimte om aan de angstgevoelens te werken. Door de angst in een veilige setting te doorvoelen, vloeit hij weg.

*) Om de privacy te waarborgen is gekozen voor een fictieve naam.