Erbij horen
Uitgestoten worden is waarschijnlijk een oerangst van alle mensen. Een angst om de veiligheid van de vertrouwde groep te verliezen. Volwassenen hebben inmiddels geleerd wat sociaal acceptabel is en zullen minder snel opzettelijk een ander buitensluiten. Kinderen echter, zijn onderling vaak impulsiever, opportunistischer en directer in hun woorden en daden dan de meeste volwassenen en daarbij voelen ze haarfijn aan als een eenling zich onzeker voelt.
Jack (12 jaar) is dit schooljaar begonnen op de brugklas. Hij was de enige van zijn oude lagere school die naar deze middelbare school ging en probeerde extra inspanning te leveren om erbij te horen. Al gauw werd hij betiteld als “meeloper” zonder dat hij mee mocht lopen. Hij mist de eigenheid en de ander voelt dat. Als er groepjes gekozen moesten worden bleef hij over, of als hij zelf actief zijn best deed om kinderen te vragen wezen die hem direct af al dan niet met smoesjes. Jack gebruikte zijn mobiele telefoon als troost om zich in de pauzes bezig te houden, want dat zag er in zijn ogen beter uit dan alleen, doelloos op een bankje zitten.
Ook Luna (10 jaar) geeft aan zich regelmatig buitengesloten te voelen. Ze had een paar vriendinnen, maar sinds er een nieuw meisje in de klas is gekomen delft Luna het onderspit. De nieuweling wist de andere meisjes voor zich te winnen en als Luna vroeg of ze mee mocht doen was het standaard antwoord: “nu even niet”. De ouders van Luna merkten dat ze steeds minder graag naar school ging en niet meer afsprak.
Kinderen zoals Jack en Luna zijn er vele. Zij zijn misschien net wat gevoeliger of minder handig om van zich af te bijten. Ze voelen zich ongemakkelijk als ze geen aansluiting vinden en gaan zich vervolgens ongemakkelijk gedragen en dingen doen die niet bij hen passen om er bij te horen. De ander weet niet precies wat hij bij hen ziet maar pikt die ongemakkelijkheid en onzekerheid op. Zij vinden het (onbewust) fijn om te groeien ten koste van de onzekerheid van de ander. Dat geeft hun macht.
Zowel Jack als Luna help ik bewust te worden wat er innerlijk gebeurd als zij op een ander afstappen. Het ongemakkelijke gevoel in de buik, het inhouden van de adem, de kwaadheid die zich vast zet op de kaken, de opkomende tranen of het wegstaren. Soms spelen we de situatie na waardoor het kind het ongemakkelijke of onveilige gevoel van er niet bij horen ervaart. Door ze te laten beschrijven wat ze ervaren in lichaam en gevoel, vindt er bewustzijn plaats. Tot dat moment was er louter angst. Ik help ze te oefenen met een manier van reageren die beter past bij hen en de situatie. Door dit in rollenspel te oefenen en vervolgens te doorvoelen kan dit in hen verankeren zodat ze zich er thuis in gaan voelen. Wat er gebeurd is dat hun gedrag begint te passen zoals Darwin dit beschreef in “survival of the fittest”. Hij doelde hier niet op het overleven van de sterkste maar van de best aangepaste. Oftewel om kan gaan met de situatie.
In de therapiesetting help ik hen een betere ervaring op te doen, waardoor eerdere negatieve ervaringen in een breder perspectief komen te staan. Zo doen ze ter zake doende kennis en vertrouwen op en kunnen dientengevolge de sociale arena gelijkwaardiger en zelfverzekerder in.
*) Om de privacy van de cliënten te waarborgen is gekozen voor een fictieve namen.