Sportiviteit

Sportiviteit wordt gebruikt in teamverband op bijvoorbeeld de voetbal-  en hockeyvelden en geldt in alle sporten. Een gebrek aan sportiviteit kan een kind in de problemen brengen op school en thuis. Het gaat om ruiterlijk je verlies nemen en weten uit te delen zonder over de grens van de ander te gaan.

 

Enkele regels van sportiviteit (Bron Wikepedia):

·       Je aan de spelregels houden, dus niet valsspelen. Ook niet als de scheidsrechter het toevallig niet ziet

·       Je niet schuldig maken aan spelbederf

·       De scheidsrechter diens autoriteit respecteren

·       De tegenstander respecteren. Soms houdt dit in diens hand te schudden of voor hem te buigen

·       Je moet tegen je verlies kunnen

·       Als de tegenstander zich onsportief gedraagt, de zelfbeheersing behouden en jezelf sportief blijven opstellen

Regelmatig komen er kinderen in mijn praktijk die sportiviteit kennen in het spel, maar dit niet in de schoolomgeving of thuis weten toe te passen. Zo ook Leon van 10 jaar. Hij heeft duidelijk in gedachte hoe zijn perfecte woensdagmiddag eruit moet zien. Gezellig met zijn beste vriend op de bank en gamen maar! Helaas wordt zijn geluk ruw verstoord als er aangebeld wordt en twee klasgenoten vragen of ze meekomen naar het schoolplein. Leon hoort zijn vriend gretig “ja” zeggen terwijl hij zelf zwijgend baalt. Hij voelt zich buitengesloten.

Op het schoolplein gaat het vervolgens steeds mis omdat Leon weigert mee te doen met de voorstellen van anderen. Hij vindt dat ze zijn zin moeten doen. Zijn hulpvraag is dan ook dat zij moeten veranderen. Maar aangezien zij niet bij mij komen, kan ik hierin voor hem niets doen. Aanvankelijk wil dat er bij hem en zijn moeder niet in.

In een oudergesprek begint moeder in te zien dat zij Leon niet voldoende zelfredzaam heeft gemaakt door hem te verwennen en lastige dingen voor hem op te knappen. Ze probeerde zelfs zijn vriend ervan te overtuigen dat een middag alleen met haar zoon leuker was. Doordat zijn moeder hem vaak zijn zin geeft, is Leon dit ook gaan verwachten in de buitenwereld. Vervolgens valt dit tegen en kan hij er niet flexibel mee om gaan en wordt hij boos. Hulp van moeder is dan ook nodig. Leon moet eerst in de thuissituatie ervaren dat er ander gedrag nodig is. Hier is het immers ook aangeleerd en dat voelde veilig voor hem. Als hij zich nu in deze veilige setting laat corrigeren, waardoor zijn verwachtingspatroon een betere vorm gaat krijgen, dan laat hij zich door de buitenwereld ook makkelijker corrigeren. In dit geval door zijn klasgenoten.

Sportiviteit wil in mijn ogen zeggen dat je in staat bent om te incasseren en zelf indien nodig uit te delen zonder over de grens van de ander te gaan. Hierbij gaat het om een open en flexibele houding. Als je vanuit de thuissituatie de juiste spanning mist omdat je weinig zelf hoeft op te knappen ben je te zwak om op eigen benen te staan. Je kunt de klap dan niet opvangen als hetgeen je verwacht niet uitkomt. Als reactie hierop vindt er vaak een soort ‘overspanning’ plaats waardoor je kwaad wordt, overschreeuwt, overspannen reageert of jezelf terugtrekt in een hoekje. Het gemis aan de juiste spanning maakt dat je niet helder waarneemt en reageren kunt. Je sluit in je waarneming niet aan bij je omgeving. Door deze spanning eerst thuis te herstellen, kan dit vervolgens ook elders toegepast worden en neemt de sportiviteit toe.

*) Om de privacy van de cliënt te waarborgen is gekozen voor een fictieve naam.