Charmes

Wies (5) is een extrovert en enthousiast meisje. Volgens moeder heeft Wies in haar ontwikkeling, meer dan haar andere kinderen, moeite met het tot 10 tellen en het juist benoemen van kleuren, vormen, benamingen en dagen van de week. Het ene moment gaat het foutloos en het andere moment haalt ze alles door elkaar, terwijl ze er zelf van overtuigd is dat ze alles goed doet. Wies heeft moeite om zich te concentreren, ze kan boos worden omdat het haar niet lukt. In spel kan ze bazig zijn en wil ze de dingen naar haar hand zetten. Met haar charmes en volhardendheid krijgt ze dat voor elkaar.

Dat Wies charmant is heb ook ik meteen door. Met haar ontwapenende lach zet ze me zo naar haar hand en gaat ze na de eerste sessie de deur uit met de levensgrote knuffel Nijn die ze mag lenen.

Wies is een ‘spring-in-’t-veld’ die moeite heeft met haar aandacht bij één ding te blijven. In mijn praktijk ziet ze van alles wat ze mooi vindt. Ze is nog niet met het een bezig of ze valt bijna over haar eigen benen om bij een handpop in de andere hoek van de kamer te komen. Door haar enigszins streng te begrenzen in wat mag, komt ze een beetje tot rust en lukt het wel om bij één ding te blijven.

Door deze observaties kom ik erachter dat Wies alles even belangrijk vindt wat in haar blikveld komt. Ze maakt ‘haar’ filters dominant. Waarbij ze anderen continu deelgenoot wil maken van wat zij doet en vindt, zonder rekening te houden met wat algemeen afgesproken is, zoals dat koud koud is en water water genoemd wordt.

Op school is Wies heel zorgzaam voor anderen. Ze kan hierin doorslaan en wordt dan bemoederend en bazig. Ze vertelt in de kring honderduit over hoe het allemaal moet volgens de juf. Dat andere kinderen dit niet fijn vinden ziet ze niet.

Met behulp van Duplospel verleid ik haar op speelse wijze en laat ik haar zien wat er gebeurt aan de hand van haar gedrag. Ik gebruik hiervoor andere personages, maar Wies is slim genoeg om indirect op te pakken dat het over haar gaat. Eén zo’n situatie gaat over het zwembad waar ze ongedurig haar benen vanaf de rand heen en weer blijft zwieren tot ongenoegen van de badjuf. In het spel dat ik met haar naspeel is er een druk konijntje dat steeds voordringt bij het zwemmen en door ‘meester uil’ op zijn plek wordt gezet.

Wies mag de uil spelen. Ze vindt het geweldig om de positie van de ander, de autoriteit, in te nemen. Ze merkt op dat het voor beide partijen meer genot geeft als het konijntje meedoet in plaats van tegenwerkt. Al spelend krijgt ze overzicht over de situatie en ervaart ze meer tevredenheid als ze rekening houdt met de ander.

Tegen deze achtergrond kunnen we haar eerdere gedrag beter begrijpen. Haar intenties waren sociaal, ze wilde wat brengen. Maar zonder kennis van het ervaren van de ander bleek ze een ‘a-sociale stoorzender’, terwijl ze het goed bedoelde.

Steeds weer, is spel dat haar verleidt om tot ander gedrag te komen. Haar karakter en bewustzijn zijn speels van aard. Ze begrijpt wat ik doe niet in woorden, maar in gevoel. Als het ware keur ik haar speelse verleiden, haar charmes, goed door zelf ook deze manier te gebruiken om haar iets te leren.

*) Om de privacy van cliënten te waarborgen is er gebruik gemaakt van een fictieve naam.