Coronaproof

Corona is na twee jaar gewoon geworden in onze samenleving. Als je jong bent gebeurd er in twee jaar in je ontwikkeling veel. Denk maar aan een pruttelende hulpeloze baby die in twee jaar tijd een wandelend en pratende peuter is. Iemand die de ontwikkelingstaken van een kind duidelijk formuleerde is de psychoanalyticus Erikson. Hij beschreef de gezonde taken die een kind dient te ontwikkelen. Ook koppelde hij er een gevolg aan als het in die fase in conflict komt met de juiste uitvoering van de taak.  Er is sprake van een spanningsveld tussen de behoeften van het kind en de alsmaar veranderende eisen van de sociale omgeving.  De periode van Corona, waarin de sociale omgeving heel andere eisen stelde aan het kind, heeft invloed op zijn ontwikkeling.

In de Corona tijd is het bijvoorbeeld voor Mila van 20 moeilijker om zonder lessen in collegezalen en lijfelijk overleg met leeftijdsgenoten tot de juiste intimiteit te komen.  Ze geeft aan de zin van het leven kwijt te zijn omdat ze in het alleen zijn niet meer weet wat het er toe doet. Ze heeft het nodig haar medestudenten als klankkast te gebruiken voor haar ideeën en het goed en vrijelijk uiten van zichzelf. Ook zie ik in mijn praktijk Niels van 9 met een laag zelfbeeld. Hij heeft een zwakke gezondheid en moest extra vaak in quarantaine. Vanuit de fases hieronder valt te zien welke taak alsnog ingehaald moet worden en dat kan een behandeldoel zijn in de therapie.

Fase 1 van 0 tot 18 maanden: Vertrouwen tegenover fundamenteel wantrouwen
In de eerste fase ontstaat het vertrouwen dat de verzorger er altijd is, zodat het kind vertrouwen in de omgeving en de wereld om hem heen verkrijgt. Basisvertrouwen wordt bepaald door de mate waarin er is voldaan aan de prille levensbehoeften van het kind. Voor het verschaffen van een veilige basis is een invoelend begrip en sensitiviteit voor het gehechtheidsgedrag van het kind nodig en de bereidheid en de wil hieraan tegemoet te komen. Vervolgens de erkenning dat boosheid van kinderen vooral voortkomt uit frustraties van hun behoefte naar liefde, affectie en zorg.

Fase 2 van 18 maanden tot 3 jaar: Zelfstandigheid tegenover schaamte en twijfel
De omgeving moedigt onafhankelijkheid en exploratief gedrag aan van het kind. De ouders kunnen verstikkend en overbeschermend zijn of ze laten het kind juist aan hun lot over. In beide gevallen wordt de exploratiedrang van het kind geremd en loopt zijn ontwikkeling schade op.

Fase 3 van 3 tot 5 jaar: Initiatief tegenover schuldgevoel
Het kind leert zelf activiteiten ondernemen en taakjes verrichten. In deze fase zal hij allerlei activiteiten ondernemen. Het kind heeft plezier met wat hij doet en tot stand brengt. Het kind kan ook onvoldoende ruimte krijgen zijn ondernemingszin uit te leven, of hij krijgt te weinig veiligheid en structuur aangeboden. In deze gevallen zal het kind zich schuldig gaan voelen in plaats van te genieten van wat het bereikt.

Fase 4 van 6 tot 12 jaar: Vlijt tegenover minderwaardigheid
Het kind leert in deze fase lezen, schrijven, rekenen, muziek instrument bespelen, sporten, etc. Vertrouwen in het eigen kunnen is belangrijk (zelfvertrouwen). Dat ontstaat als het kind aangemoedigd en positief bekrachtigd wordt. Het kind zal dan een positief zelfbeeld ontwikkelen, het gevoel dat hij er mag zijn en de moeite waard is. Bij onvoldoende positieve bekrachtiging of voortdurende negatieve bejegening voelt het kind zich minderwaardig en ontwikkelt een laag zelfbeeld.

Fase 5 van 12 tot 18 jaar: Identiteit tegenover rolverwarring
De seksuele rijping wordt ingezet, de kindertijd loopt ten einde. Het lichaam groeit snel en de geslachtelijke rijping vindt plaats. Het leven lijkt soms op de kop te staan, het is zoeken naar een juist evenwicht. De puber/adolescent ontwikkelt een eigen identiteit. Er kan ook rolverwarring plaatsvinden, bijvoorbeeld op basis van twijfels aangaande de eigen seksuele identiteit.

Fase 6 van 18 tot 35 jaar:  Intimiteit tegenover isolement
In deze fase staat de jong volwassene voor de ontwikkelingstaak een wederkerige en intieme relatie op te bouwen.

Iedere fase in de psychosociale ontwikkeling  wordt dus gekenmerkt door een conflict. Dit conflict moet op positieve wijze opgelost worden voordat het kind kan doorgaan naar de volgende fase. Zo niet, dan stagneert de persoonlijkheidsontwikkeling, waarbij het kind in die fase blijft steken, het conflict wordt niet uitgewerkt. Mocht een kind door de stagnatie die de Corona tijd automatisch met zich mee bracht teveel hinder hebben opgelopen in het juist doorlopen van zijn ontwikkelingstaak dan kan dit in therapie alsnog gedaan worden. Het model van Erikson kan hier een hulpmiddel in zijn. De juiste taak is makkelijk te vinden.

Vanwege de waarborg van privacy van cliënten is gekozen voor een fictieve namen.